10.7 Afgiftesystemen en ventilatie
Hoewel een ventilatiesysteem doorgaans afzonderlijk werkt van een verwarmingssysteem, heeft het gekozen ventilatiesysteem wel grote invloed op de resultaten van het verwarmingssysteem.
Het doel van ventileren is zorgen voor schone, verse lucht en het afvoeren van vochtige, vervuilde lucht. Zo zorgt men voor een gezond binnenklimaat en voorkomt men vochtproblemen. Vanaf ongeveer 1975 is men steeds meer het belang gaan inzien van ventilatie en zijn nieuwe woningen reeds voorzien van een mechanisch ventilatiesysteem. Voor die tijd was er vaak alleen natuurlijke ventilatie aanwezig. Men kent in grote lijnen vier verschillende ventilatiesystemen:
- ventilatiesysteem A; natuurlijke toe- en afvoer middels kieren, spleten en roosters;
- ventilatiesysteem B; mechanische toevoer en natuurlijke afvoer;
- ventilatiesysteem C; natuurlijke toevoer en mechanische afvoer;
- ventilatiesysteem D; mechanische toevoer en mechanische afvoer.
Ventilatiesysteem A werd dus vooral voor 1975 toegepast. Systeem B kent men eigenlijk nagenoeg niet in woningen in Nederland. Hier zou een ventilator dus lucht van buiten aanzuigen en via roosters de woning inblazen, terwijl de afvoer via roosters in de gevel gaat. De woning staat eigenlijk op overdruk. Het nadeel is dat de ventilatiestroom slecht te sturen is.
Systeem C is de meest bekende vorm van mechanische ventilatie in Nederland.
De zogenaamde mv-box zorgt voor een onderdruk in de natte ruimtes (wc, badkamer, keuken) en roosters boven de ramen van verblijfsruimtes voeren verse lucht toe. Hierdoor krijgt de gehele woning verse lucht, terwijl de vervuilde lucht zo snel mogelijk naar buiten wordt afgevoerd.
Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw werd systeem D geïntroduceerd, waarbij zowel de toevoer als de afvoerlucht mechanisch wordt geregeld door elk een eigen ventilator. De luchtstromen voor toevoer en afvoer moeten precies gelijk zijn. Daarom noemt men dit systeem ook wel ‘balansventilatie’.
De meeste van deze systemen zijn ook voorzien van een warmte-terugwin-systeem. Hierbij geleidt een warmtewisselaar beide luchtstromen, zodat deze de warmte uit de afvoerlucht kan halen en in de toevoerlucht kan stoppen. Hierdoor is de in te blazen lucht eigenlijk al een gedeelte voorverwarmd. Naast het feit dat dit uiteraard een lager energieverbruik tot gevolg zal hebben, zijn er ook minder snel comfortklachten te verwachten.
Wanneer men namelijk kijkt naar een ventilatie-systeem C, ziet men dat dit systeem de verse lucht vaak toevoert via roosters boven de raampartijen. Wanneer het echter buiten koud is, veroorzaakt dit een behoorlijke koudeval in bijvoorbeeld de woonkamer.
De koude lucht komt door het rooster naar binnen, en valt als het ware naar beneden in de ruimte. In het verleden, toen er hogetemperatuur-radiatoren onder het raam stonden, was dit geen probleem. Deze radiatoren zorgden voor een opwaartse warme luchtstroom die zich mengde met de koude, verse lucht, waardoor de bewoners nagenoeg geen klachten ondervonden. Wanneer er een warmtepomp met bijvoorbeeld lagetemperatuur-vloerverwarming is geïnstalleerd, zal het verwarmingssysteem deze koudeval niet adequaat kunnen opvangen en zal de bewoner koude- en tochtklachten ervaren. Masterwatt adviseert daarom altijd om in dit geval een ventilatiesysteem met warmte- terugwin-systeem toe te passen.
Nu is het in een bestaande woning niet altijd goed mogelijk om nadien een compleet ventilatiesysteem D met warmte-terugwinsysteem in te bouwen. Er is namelijk een dubbel kanalenstelsel nodig (voor afvoer en toevoerlucht). In dit geval kan men overwegen om in de desbetreffende ruimte een zogenaamd ‘decentraal warmte-terugwin-systeem’ toe te passen. Dit is een ventilatieunit die men in de ruimte aan of nabij de buitenwand monteert en die door twee geveldoor-voeren verse lucht aanvoert en vervuilde lucht afvoert. Het apparaat draagt de warmte van de afgevoerde lucht over aan de in te blazen verse lucht. Het voordeel bij deze systemen is dat men geen kanalenwerk nodig heeft.
De natte ruimtes dient men wel alsnog te voorzien van een regulier mv-systeem, uiteraard afgestemd op de situatie.