5.2 ISSO51-methode
Deze berekening geeft veruit het meest gedetailleerde beeld van de warmteverliezen van de woning. Over het algemeen maakt men deze berekening met geavanceerde rekensoftware, zoals deze beschikbaar is bij Vabi, Bink en anderen. Men voert de isolatie waarde van de gehele woning in de software in: vloeren, wanden, daken, ramen en deuren. Tevens geeft men aan welke isolatiewaardes van toepassing zijn voor de verschillende bouwmaterialen. Ook de installaties voor verwarming en ventilatie voert men in, om uiteindelijk een gedetailleerd overzicht van de warmteverliezen per ruimte te berekenen. Bij het toepassen van een warmtepomp met bodemwisselaar is het maken van een warmteverliesberekening volgens deze methode verplicht.
Hoewel deze methode een nauwkeurig beeld van de warmteverliezen geeft, is het niet altijd de meest gebruikte methode. Om de juiste warmteverliezen uit de berekening te krijgen, is het van belang dat men de woning precies invoert zoals deze in werkelijkheid is opgebouwd. Echter is het bij een bestaande woning niet altijd zeker of er isolatie in de spouwmuren aanwezig is, hoeveel, welk type en met welke isolatie-waarde. Op dat moment maakt men een aanname. Men maakt een berekening die vervolgens grotendeels is gebaseerd op aannames en niet accuraat is.
Men kan concluderen dat een warmteverliesberekening voornamelijk geschikt is voor nieuwbouw-woningen en recent gebouwde woningen waar de complete opbouw duidelijk is.