6.4 Wat is het ventilatiesysteem?
Ook het ventilatiesysteem heeft invloed op de uiteindelijke selectie van de warmtepomp. De directe invloed van het gebruikte ventilatiesysteem ligt in het warmteverlies dat hierdoor optreedt. De lucht die van buiten naar binnen komt, moet men opwarmen. In het geval van een ventilatiesysteem D met warmte-terugwin-systeem (gebalanceerde ventilatie met warmt-eterug-win-systeem) doet men dit voor een groot gedeelte met de warmte uit de afgevoerde lucht. Hierdoor is de lucht reeds voorverwarmd, en hoeft de verwarmingsinstallatie slechts een klein gedeelte te verwarmen.
Echter in het geval van een bestaande woning met een ventilatiesysteem C (natuurlijke toevoer en mechanische afvoer) stroomt de verse (koude) lucht via de ventilatieroosters direct de ruimte in, en moet het afgiftesysteem het gehele warmteverlies verwarmen.
Men heeft daardoor aanzienlijk meer vermogen nodig. Als het warmteverlies is berekend met behulp van een warmte verliesberekening volgens ISSO51, is dit warmte verlies reeds in de berekening opgenomen.
Toch dient men dan nog steeds goed te letten op het uiteindelijke comfort in de ruimte. De koudeval nabij de ramen (en ventilatieroosters) is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Koude lucht wordt naar binnen gezogen en zorgt voor een oncomfortabel gevoel voor de bewoner die zich daar bevindt. Zeker een lagetemperatuur-vloerverwarmingssysteem is minder geschikt om dit plaatselijk grote warmteverlies op te vangen. Het toepassen van een ventilatie-systeem met een warmte-terugwin-systeem heeft daarom altijd de voorkeur.
Indien dit echt niet mogelijk of gewenst is, dient men aanvullende maatregelen te nemen om discomfort te voorkomen. In Hoofdstuk 10 geven we hier meer uitleg over in combinatie met het afgiftesysteem. Hierdoor kan dit dus ook indirect invloed uitoefenen op de selectie van de warmtepomp.