Dynamis Tower Monoblock
Het binnendeel betreft een drie-in-één-oplossing voor elke warmtepompinstallatie. Waarin in het binnendeel onder meer een back-upelement tot 6 kW, vuilfilter, buffer 60 l, boiler 250 l en standaard elektrische anode is opgenomen.
De perfecte oplossing in nieuwe en gemoderniseerde woningen.
Het binnendeel betreft een drie-in-één-oplossing voor elke warmtepompinstallatie. Waarin in het binnendeel onder meer een back-upelement tot 6 kW, vuilfilter, buffer 60 l, boiler 250 l en standaard elektrische anode is opgenomen.
* Het Dynamis Tower Monoblock is verkrijgbaar in 8, 12 en 16/23 kW.
Subsidie Masterwatt Dynamis Tower.
| Artikelnummer | Artikel omschrijving | Meldcode | Indicatief Subsidiebedrag vanaf 01/01/2024 |
| 800100600 | Dynamis Tower Monoblock HPM2.C - 8 (made by Kospel) | KA26342 | € 2.925,00 |
| 800100610 | Dynamis Tower Monoblock HPM2.C - 12 (made by Kospel) | KA26340 | € 3.375,00 |
| 800100620 | Dynamis Tower Monoblock HPM2.C - 16/23 (made by Kospel) | KA26341 | € 3.975,00 |
Kenmerken buitenunit
◼ Energieklasse A+++
◼ Ingebouwde economyzer
◼ Breed werkingsbreik van -25 graden tot +43 graden
◼ Oppervlaktekoeling van ruimtes of samenwerking met een ventilatieconvector
◼ Bescherming tegen bevriezing
◼ Soepele vermogensmodulatie
Kenmerken binnenunit
◼ Ingebouwde driewegklep.
◼ Circulatiepomp.
◼ Elektrische verwarmingseenheid.
◼ Veiligheidsklep, elektronische drukmeter, automatische ontluchten en vuilafscheider.
DHW Cylinder - 250 liter
◼ Elektronische anode (titanium).
CH buffer tank - 60 liter
◼ ondersteunt ontdooien van de warmtepomp, evenals verwarming en koeling van ruimtes.
◼ De verdeelschijf voorkomt het mengen van warm water dat naar het centrale verwarmingssysteem wordt gevoerd met koud water dat terugkeert naar het bufferreservoir.
Uitvoeringen
Specificaties
De product specificaties verschillen per uitvoering. Kies daarom de gewenste uitvoering hieronder om de juiste specificaties te tonen.
Selecteer een uitvoering:
- Opstelling apparaat : Binnen- en buitenopstelling
- Verwarmingsvermogen bij 7/35°C volgens EN 14511 : 8,2
- Verwarmingsvermogen bij -7/35°C volgens EN 14511 : 5,8
- COP bij 7/35°C volgens EN 14511 : 4,6
- Type regeling : Weersafhankelijke regeling
- Soort optimalisatie : Ruimtesensor
- Geschikt voor warm tapwater : Ja
- Warm tapwater regeling geïntegreerd : Ja
- Tankvolume : 250
- Type koudemiddel : R32
- Geluidsniveau (in bedrijf) : 52 | 60
- Luchttemperatuur : -25 | 43
- Max. werkdruk afgiftesysteem : 3
- Type pomp (systeempomp) : Energiebesparend
- Type spanning pomp (systeempomp) : AC
- Toerenregeling pomp (systeempomp) : Ingebouwd
- Type toerenregeling (systeempomp) : Overig
FAQ
Ja, de Split warmtepomp is inzetbaar in een hybride opstelling.
Hiervoor moeten er 2 sensors worden bijbesteld en moet de ketel een opentherm aansluiting hebben voor communicatie met de warmtepomp.
Zowel bij de Split als het Monoblock raden wij dit aan voor een goede werking van de warmtepomp.
Voor meer informatie verwijzen we u naar het technisch handboek warmtepompen.
Zorg ervoor dat de klem X40 is aangesloten op het binnendeel.
Hiervoor verwijzen wij u naar de memo “elektrische aansluitingen”.
Wij raden aan om een vorstvrij overstort ventiel te gebruiken.
Bij Split is dit doormiddel van een cv-programma en een stooklijn die ingesteld moet worden en afgestemd op de achterliggende installatie. Het is niet mogelijk om een kamerthermostaat rechtstreeks aan te sluiten op het binnendeel van de warmtepomp.
Optioneel kan een kamerthermostaat worden aangesloten op de installatie van de pompgroep.
Bij het Monoblock kan er een cv-programma met gewenste kamertemperatuur een stooklijn ingesteld worden in combinatie met de binnenhuis sensor, die meegeleverd wordt en dient opgehangen te worden in de woonkamer. Wanneer dit niet gewenst is kan op het contact FN1 een aan/uit kamerthermostaat aan worden gesloten. Ten slotte is het mogelijk om de installatiepomp net als bij de Split warmtepomp te schakelen.
De storing betekent geen doorstroming; te weinig flow. Meestal is dit bij het opstarten.
Dit wordt veroorzaakt door lucht in het systeem. Om dit eruit te halen zit er aan de binnenkant van het binnendeel een automatische ontluchter. Deze staat vanaf fabriek dicht en moet opengedraaid worden. Dan gaat de lucht eruit en is het probleem meestal opgelost.
Dit is ook doorstroming en flow problemen hierbij is het vaak bij de opstart. Dit kan verholpen worden door te ontluchten doormiddel van de handmatige ontluchter achter de kap bij de aanvoer leiding van de warmtepomp.
Dit in combinatie met het automatische ontluchting programma in “service en configuratie” onder de optie “pompen”.
Ja, er worden subsidies gegeven op onze warmtepompen. Kijk voor een actueel overzicht op de subsidiepagina van de overheid of op onze productpagina.
E18 betekent lucht in het systeem. De oplossing is te ontluchten bij de handontluchter voor de pomp. Vervolgens de warmtepomp resetten via het menu instellingen. Dan gaat u naar het "systeem" en vervolgens draait u naar. "reset". Nu start het toestel opnieuw en is de storing weg indien er geen lucht in het systeem aanwezig is.
Ja, de Split warmtepomp is inzetbaar in een hybride opstelling.
Hiervoor moeten er 2 sensors worden bijbesteld en moet de ketel een opentherm aansluiting hebben voor communicatie met de warmtepomp.
Zowel bij de Split als het Monoblock raden wij dit aan voor een goede werking van de warmtepomp.
Voor meer informatie verwijzen we u naar het technisch handboek warmtepompen.
Zorg ervoor dat de klem X40 is aangesloten op het binnendeel.
Hiervoor verwijzen wij u naar de memo “elektrische aansluitingen”.
Wij raden aan om een vorstvrij overstort ventiel te gebruiken.
Bij Split is dit doormiddel van een cv-programma en een stooklijn die ingesteld moet worden en afgestemd op de achterliggende installatie. Het is niet mogelijk om een kamerthermostaat rechtstreeks aan te sluiten op het binnendeel van de warmtepomp.
Optioneel kan een kamerthermostaat worden aangesloten op de installatie van de pompgroep.
Bij het Monoblock kan er een cv-programma met gewenste kamertemperatuur een stooklijn ingesteld worden in combinatie met de binnenhuis sensor, die meegeleverd wordt en dient opgehangen te worden in de woonkamer. Wanneer dit niet gewenst is kan op het contact FN1 een aan/uit kamerthermostaat aan worden gesloten. Ten slotte is het mogelijk om de installatiepomp net als bij de Split warmtepomp te schakelen.
De storing betekent geen doorstroming; te weinig flow. Meestal is dit bij het opstarten.
Dit wordt veroorzaakt door lucht in het systeem. Om dit eruit te halen zit er aan de binnenkant van het binnendeel een automatische ontluchter. Deze staat vanaf fabriek dicht en moet opengedraaid worden. Dan gaat de lucht eruit en is het probleem meestal opgelost.
Dit is ook doorstroming en flow problemen hierbij is het vaak bij de opstart. Dit kan verholpen worden door te ontluchten doormiddel van de handmatige ontluchter achter de kap bij de aanvoer leiding van de warmtepomp.
Dit in combinatie met het automatische ontluchting programma in “service en configuratie” onder de optie “pompen”.
Ja, er worden subsidies gegeven op onze warmtepompen. Kijk voor een actueel overzicht op de subsidiepagina van de overheid of op onze productpagina.
Ja, de Split warmtepomp is inzetbaar in een hybride opstelling.
Hiervoor moeten er 2 sensors worden bijbesteld en moet de ketel een opentherm aansluiting hebben voor communicatie met de warmtepomp.
Zowel bij de Split als het Monoblock raden wij dit aan voor een goede werking van de warmtepomp.
Voor meer informatie verwijzen we u naar het technisch handboek warmtepompen.
Zorg ervoor dat de klem X40 is aangesloten op het binnendeel.
Hiervoor verwijzen wij u naar de memo “elektrische aansluitingen”.
Wij raden aan om een vorstvrij overstort ventiel te gebruiken.
Bij Split is dit doormiddel van een cv-programma en een stooklijn die ingesteld moet worden en afgestemd op de achterliggende installatie. Het is niet mogelijk om een kamerthermostaat rechtstreeks aan te sluiten op het binnendeel van de warmtepomp.
Optioneel kan een kamerthermostaat worden aangesloten op de installatie van de pompgroep.
Bij het Monoblock kan er een cv-programma met gewenste kamertemperatuur een stooklijn ingesteld worden in combinatie met de binnenhuis sensor, die meegeleverd wordt en dient opgehangen te worden in de woonkamer. Wanneer dit niet gewenst is kan op het contact FN1 een aan/uit kamerthermostaat aan worden gesloten. Ten slotte is het mogelijk om de installatiepomp net als bij de Split warmtepomp te schakelen.
De storing betekent geen doorstroming; te weinig flow. Meestal is dit bij het opstarten.
Dit wordt veroorzaakt door lucht in het systeem. Om dit eruit te halen zit er aan de binnenkant van het binnendeel een automatische ontluchter. Deze staat vanaf fabriek dicht en moet opengedraaid worden. Dan gaat de lucht eruit en is het probleem meestal opgelost.
Dit is ook doorstroming en flow problemen hierbij is het vaak bij de opstart. Dit kan verholpen worden door te ontluchten doormiddel van de handmatige ontluchter achter de kap bij de aanvoer leiding van de warmtepomp.
Dit in combinatie met het automatische ontluchting programma in “service en configuratie” onder de optie “pompen”.
Ja, er worden subsidies gegeven op onze warmtepompen. Kijk voor een actueel overzicht op de subsidiepagina van de overheid of op onze productpagina.
Interesse of meer informatie?
Wil je direct een offerte ontvangen, heb je vragen of ben je benieuwd naar onze verkooppunten?
Navigeer hieronder naar de gewenste pagina.