Wanneer wij een artikel lezen over zuinig verwarmen, gaat het vrijwel altijd over de meest efficiënte HR-ketel of de warmtepomp met de hoogste COP (SCOP). Waarheid of commercieel overdreven, we zitten in deze denkmodus en dat is zonde want het is slechts ten dele de waarheid. Zo vele factoren hebben invloed op het mogen ervaren van zuinige warmte. In deze blog gaan we in op de installatietechnische aspecten. Anderen, zoals isolatie, kierdichting, en glas laten hier voor nu buiten beschouwing.
Beginnen met laaghangend fruit, de kamerthermostaat
Nog altijd worden er veel fouten gemaakt door de positie van de kamerthermostaat verkeerd te kiezen. Te hoog of soms zelfs te laag, boven een warmte afgevende lamp of boven een TV. Op een wand in de ochtend- of middagzon. Kies bewust de juiste plek en hoogte zodat hij ongestoord zijn werk kan doen, zonder nadelige invloeden.
Klokthermostaten zijn populair en worden door fabrikanten als standaard weggezet. Het is luxe maar zorgt vrijwel altijd voor meer draaiuren en dus voor een hoger verbruik. Een uur voor het opstaan aanslaan is vaak onnodig omdat we in de korte tijd voor vertrek zeer actief zijn en de werkelijke behoefte aan warmte er nauwelijks is. Ja zult u zeggen maar een warme badkamer is wel gewenst. Dat klopt, maar die kan ook anders verwarmd worden en daarvoor hoeft niet het gehele huis warm te draaien.
De moderne woningen en zijn installaties werken steeds vaker op lagere temperaturen en daarmee is een constante temperatuur over 24 uur steeds gebruikelijker. In oude tochtige woningen is nacht en werkverlaging nog altijd nuttig om toe te passen.
Volgens de nieuwe normen, moeten we nu zorgen dat iedere verblijfsruimte individueel verwarmd en geregeld kan worden. Vroeger, maar ook nu nog wordt dat uitgevoerd met weersafhankelijk regelingen. Fijn hoor dat men iedere radiator kan regelen naar de gewenste temperatuur maar het levert ook flink meer draaiuren op en dus behoorlijk hogere kosten. Dan maar de nieuwe type regelingen van verschillende fabrikanten waarmee individuele radiatoren zelfstandig de warmtevraag kunnen aansturen. Hier gaat het om vraag maar vraag op basis van 1 slaapkamerradiator is voor de cv-ketel lastig want die levert daar te veel vermogen voor, zelfs in zijn laagste modulatiestand. Voor deze situatie is lokale elektrische verwarming de beste oplossing. Zeker op die plekken waar velen van ons nu zijn thuiswerk/kantooractiviteiten verrichtten.
Welke invloed hebben onze centrale afgiftesystemen
Radiatoren waren in de eerste decennia van centrale verwarming de meest toegepaste vorm van afgifte. Een radiator levert de beide zo gewenste warmte overdracht soorten aan ons af, namelijk straling- en convectiewarmte. Voor de mens aangenaam, zeker wanneer er met regelmaat hogere afgifte temperaturen geleverd werden. Een systeem met radiatoren heeft een ruime waterinhoud, dat heeft voordelen maar zonder juiste waterzijdige inregeling verbruiken gebouwen 10% tot 20% meer energie dan nodig is.
Ook het moduleren van hr-ketels heeft sinds het midden van de jaren ’90 niet altijd het gewenste resultaat opgeleverd. Door de veelal lagere aanvoertemperaturen ondervinden we lagere stralingsaandelen, hetgeen tot minder thermisch comfort kan leiden. Zij, die dat ervaren stoken vaak 1 of 2 graden hoger dan in het verleden en ook dat zorgt voor 10% tot 15% hoger energieverbruiken.
Daarnaast zijn radiatoren door de jaren heen veranderd en verbeterd. De radiatoren van vandaag hebben veel minder waterinhoud, hebben geoptimaliseerde convectiestroken en soms zijn zelfs de platen in serie gezet, waardoor het warmste water eerst door voorste, naar de woonkamer/mens gerichte plaat gestuurd wordt. Deze moderne radiatoren hebben maar liefst 87% hogere efficiëntie dan hun allereerste voorgangers.
Wanneer je een zuinige opwekker gaat aanschaffen loont het de moeite ook eens aan het vervangen van de oude radiatoren te denken.
Convectoren worden net als radiatoren al sinds decennia toegepast in onze centrale verwarmingssystemen. Voor het tijdperk van modulerende hr-ketels kregen zij hoge aanvoertemperaturen geleverd, waardoor de lucht in de convector flink werd opgewarmd en gemakkelijk kon stijgen en circuleren.
Belangrijk nadeel bij luchtverwarming want dat is convectiewarmte, de warmste lucht bevindt zich boven en de koelste beneden, daar wij zitten. Daarnaast ontbreekt bij deze afgiftesoort de vaak zo gewenste en aangename stralingswarmte. Het verwarmen van lucht is energetisch ook niet de meest efficiënte. Lucht neemt slecht warmte op en het kost relatief veel energie.
In de huidige moderne woningbouw wordt vaak de warmte opgewekt met hr-ketel of warmtepomp. In beide gevallen zal dat gepaard gaan met lage temperatuur afgifte. Door deze lagere waarden stijgt de opgewarmde lucht nauwelijks meer en dus zijn deze convectoren uitgevoerd met ventilatoren, die geforceerd de luchtcirculatie op gang moeten brengen. Circulerende lucht met lagere temperaturen kan de gebruiker al snel tochtklachten opleveren. Gevolg hiervan instellen van hogere kamertemperaturen en daardoor 10% tot 15% hoger energieverbruik.
Vloerverwarming (thermisch actief bouwoppervlak) wordt momenteel in de branche heilig verklaard. Terecht of onterecht? We zetten de voor- en nadelen thermisch en energetisch eens helder op een rij. Voordelen zijn voor de consument, het ontbreken van radiatoren en leidingen in het zicht en de mogelijkheid tot het creëren van een groot glazen pui met veel licht. Technisch gezien is vloerverwarming (ultra) LTV en daarmee heel geschikt voor warmtepompen. Hierdoor verantwoorden zij, de hoge rendementen (COP). Maar er zijn ook nadelen met invloed op het energieverbruik.
Zo zien we nog veel vloerverwarming verdelers gebaseerd op een combinatie van LT en HT systemen met menginjectieregeling. Deze zijn lastiger in te regelen, en daardoor is de kans op een hoger “sluip” verbruik groter! Hierbij worden eerst hogere temperaturen geleverd om daarna weer naar lagere temperatuur te worden terug gemengd. Ook hebben deze units een eigen systeempomp en ook dat levert energieverbruik op. Veel opwekkers hebben voldoende pompvermogen voor de vloerverwarming en kunnen direct de juiste lage constante lage temperaturen leveren aan een simpele verdeler zonder extra pomp.
In de nieuwbouw woning van de laatste jaren wordt vloerverwarming vaak op iedere woonlaag toegepast. Op verdiepingen waar slaapvertrekken zijn gesitueerd, wordt het gebruik tot vrijwel nul gereduceerd. De vloerverwarming wordt dichtgezet omdat men daar zelden warmte wenst en als men het wenst duurt het uren voordat het geconsumeerd kan worden.
De gevolgen hiervan zijn bij zowel hr-ketels als warmtepompen direct te merken, namelijk ze zijn mede daardoor te groot in vermogen. Pendel gedrag is het gevolg. Hr-ketels kunnen dit wel aan maar leveren daardoor wel een ongewenst fluctuerende aanvoer temperatuur, wat de stabiliteit van de vloerverwarming niet ten goede komt en meer energie kost. Warmtepompen zouden ook kunnen gaan pendelen en dat is bij deze producten zeer ongewenst. Pendelen betekent rendementsverlies en een kortere levensduur. Om dit te voorkomen zien we dat buffervaten worden toegepast maar dat kost meer energie en levert (stilstand) verliezen op.
Door de lage warmte verliezen in deze woningen en het volledig benutten van de vloer als thermisch actief bouwoppervlak is de waarde van de vloertemperatuur sterk gedaald. Voor de mens is er nauwelijks warmte voelbaar en ligt de temperatuurwaarde maar net boven de 20 graden. Doordat warmte nauwelijks voelbaar is, verhogen bewoners de thermostaat vaak met twee a drie graden en ook dat levert weer zo’n 20% hoger energieverbruik op.
Het laatste nadeel bij deze soort installaties, is het feit dat er in korte tijd geen regelbare verwarming meer aanwezig is. Deze installaties aanvullen met lokale snel te leveren elektrische stralingswarmte kan er voor zorgen dat de basistemperatuur weer terug kan naar 20 graden. Tijdens de inactieve momenten kan de bewoner zijn gewenste voelbare warmte en temperatuur snel verkrijgen, tegen lage verbruiken.
Met een goede installatie is de elektrische cv-ketel een uitstekende optie
Met een juist doordachte installatie, goed ontworpen en ingeregeld kan veel energie bespaard worden. Een op deze goede installatie juist gekozen warmte opwekker op basis van het echt noodzakelijke vermogen, kan er zeer efficiënt verwarmd worden. Steeds vaker stapt men af van volledige cv-systemen. Het gebruiken van verwarming op slaapkamers en badkamer is sporadisch dan wel kort van duur. Bovendien moeten al deze vertrekken tegenwoordig voorzien zijn van een eigen temperatuurregeling. Dat is lastig en draagt zeker niet bij aan energiezuinigheid. Daarom worden in toenemende mate installaties hybride, beneden centraal verwarmd en boven lokaal met diverse elektrische verwarmingsmogelijkheden zoals, radiatoren, convectoren of infraroodpanelen.
In zo’n systeem kan een elektrische cv-ketel aangevuld met elektrische lokale verwarming voor de verblijfsruimten op de verdiepingen een interessant alternatief zijn voor de gasketel en/of warmtepomp.
Het meerverbruik wordt ruimschoots gecompenseerd door de veel lagere aanschafkosten, de langere levensduur en de lage onderhoudskosten. Met andere woorden de TCO van deze oplossing is uitermate gunstig.
Elektrische cv-ketels zijn veel eenvoudiger af te stemmen op het werkelijk noodzakelijke vermogen en de combinatie met lokale elektrische verwarming is eenvoudig en efficiënt.
Natuurlijk valt er ook nog veel energie-efficiëntie te halen uit warm tapwater oplossingen. Maar daar gaan we in een volgende blog op in.
Een goede efficiënte installatie maak je samen. Daarom houden wij het niet alleen bij bloggen maar staan wij voor je klaar om je te adviseren en te helpen bij realiseren van de beste installaties met wellicht voor u een verrassende opwekker, de elektrische cv-ketel. Kijk alvast eens op onze website www.masterwatt.nl of bel of mail ons 085-303 7450 of info@masterwatt.nl.
Energieverbruik wordt grotendeels bepaald door;
- Het afgiftesysteem; vloerverwarming, radiatoren, convectoren, wandverwarming, airco units
Aanvulling: vloerverwarming LTV unit, of HT-unit met menginjectieregeling? Laatstgenoemde is lastiger in te regelen, en daardoor is de kans op een hoger “sluip”verbruik groter! (er wordt eerst HT water gemengd, en weer terug gemengd naar LT). - Inregelen; gaat de juiste hoeveelheid warmte naar juiste radiator of groep
- Inregelen; gaat de juiste hoeveelheid warmte naar de juiste ruimte
- Hangt de thermostaat op een goede plek
- Wordt er per ruimte geregeld
- Is de thermostaat goed ingesteld
- Wel of geen nachtverlaging
- Is de regeling adaptief of zelflerend
- Hoe wordt er tapwater gemaakt, op welke momenten wordt er tapwater gemaakt.
- Als er gebruik wordt gemaakt van een boiler, hoe is de boiler geïsoleerd, is de temperatuur in de boiler noodzakelijk of kan deze omlaag, etc