“De tijd dat een woning wordt verwarmd door een centraal verwarmingssysteem met een cv-ketel en een wirwar van leidingen en radiatoren of vloerverwarming nadert zijn eind”.
Als dit geroepen wordt, kijken mensen binnen én buiten het vak raar op. Voor de uitleg hierover gaan we eerst eens terug in de tijd, om zodoende te kunnen leren van het verleden.
Voordat centraal verwarmen grootschalig zijn intrede deed, werden woningen lokaal verwarmd door middel van gashaarden. In de meeste woningen werd daarmee uitsluitend de woonkamer verwarmd, soms aangevuld met een radiator in bijvoorbeeld de slaapkamer. We verwarmden alleen dáár waar het voor de mens zin had en ook economisch verantwoord was. Buiten de woonkamer was de rest van het huis onverwarmd en vanwege de lage isolatiewaarde vaak ook echt koud.
Deze wijze van lokaal verwarmen was misschien wat minder luxueus dan centraal verwarmen maar had zeker ook voordelen. Het realiseerde namelijk microklimaten in de verwarmde ruimte. De kouwelijke onder de bewoners zaten in de buurt van de gashaard, de iets minder kouwelijke iets daar vandaan en had je het nooit koud, dan koos je een plek bij het raam. Iedereen zijn eigen gewenste warmte. In deze tijd had warmte nog de samenhang van straling en stroming.
Centraal verwarmen bracht ons compleet verwarmde huizen tegen aanvaardbare energiekosten. Verwarmen verschoof steeds meer naar convectiewarmte (luchtverwarming) en microklimaten in de woonvertrekken waren verleden tijd. In de beginfase waren velen blij met het verwarmen van alle ruimten in huis maar toch kwam daar al snel verandering in. De radiatoren op slaapkamers werden uitgezet, omdat men graag in koele kamers sliep in plaats van warme. Zonder dat de bouw en installatiekolom dit in de gaten hadden gebruikten steeds meer bewoners hun centrale verwarming eigenlijk alleen maar lokaal, in de woonkamer. Gemiddeld wordt op deze manier slechts 40% tot 50% van de installatie benut.
Wanneer we dit gegeven zouden gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe warmte-oplossingen, ontstaan er geweldige kansen! Een combinatie van de lokaal en centraal is prima mogelijk. De combinatie van een warmtepomp (centrale verwarming voor de woonkamer op de begane grond) en elektrische radiatoren (lokale verwarming slaapkamers op de verdieping) heeft diverse voordelen. Het vermogen van warmtepompen kan flink naar beneden, vaak naar onder de 3 kW.
Dit reduceert de belasting op het aanwezige elektriciteitsnetwerk en de bijbehorende duurzame energie-opwekking. De behoefte elders in de steeds beter geïsoleerde woning is nauwelijks nog aanwezig. En wanneer dit wel wenselijk of noodzakelijk is, zijn de momenten relatief kort en dient deze warmte snel en duidelijk voelbaar aanwezig te zijn. Voor deze behoefte zijn warmtepompen niet geschikt en is slimme elektrische verwarming een veel betere oplossing!
In ruimtes waar stralingsverwarming geen must is kan met
elektrische convectoren zoals de Elegance worden gewerkt. Wanneer er wel meer
behoefte aan stralingswarmte, is dan zijn onze elektrische radiatoren met
warmteopslag zoals de Sublime de beste optie. We leveren dan in balans de
juiste hoeveelheid stralingswarmte en convectie. Deze gecombineerde oplossingen
zijn energetisch efficiënt en daarnaast ook passend bij het huidige tijdperk:
Warmte, beschikbaar op het moment dat wij het wensen én op de plek waar wij het
willen!
De tijd dat we een werkkamer op de 2e verdieping warm moesten
krijgen door het extra verhogen van de kamerthermostaat in de woonkamer is
hiermee verleden tijd en over 3 jaar vinden we dat heel normaal en zijn we
gewend dat verwarmen maatwerk is en vooral lokaal en elektrisch.
Meer weten over slim, efficiënt en lokaal elektrisch verwarmen? Ga naar www.Masterwatt.nl